De noodzakelijke hulpmiddelen zijn een elektrische stoel met sta-mogelijkheid met beweegbaar blad en een beweegbare grondplaat, die op de bodem kan worden gebracht terwijl de patient erop staat, zodat vanuit deze positie begonnen worden met lopen en mensen, die alle noodzakelijke maatregelen met de patient uitvoeren, zijn ook noodzakelijk.
De kennis voor de noodzakelijke maatregelen worden onderwezen bij h p i - opleidingen, die gebaseerd zijn op fysiotherapeutische heilbehandelingen van patienten met alle mogelijke problemen en vooral van patienten in coma.
Door deze ervaringen werd h p i - therapie ontwikkeld, waardoor inzicht gekregen werd in het ziektebeeld van de mens in coma.
Hierbij zijn 5 levensnoodzakelijke systemen ingeschakeld, welke in de akute fase van het trauma nodig waren om te overleven. Na de akute fase zijn ze behouden gebleven, waardoor de mens niet normaal kan funktioneren.
Deze 5 levensnoodzakelijke systemen funktioneren in deze toestand autonoom en daardoor is geen fysieke beweging mogelijk maar blijft de mens leven, zolang deze 5 levensnoodzakelijke systemen kunnen funktioneren.
LEVENSNOODZAKELIJKE FUNKTIES:
De werking van het hart, de beschermende funktie van de huid, slikfunktie, darmfunktie, lichaamstemperatuur.
In uiterste nood worden alleen deze funkties in stand gehouden. Wanneer een van deze 5 funkties niet goed funktioneert, sterft de mens wanneer deze storing langer dan 12 weken aanhoudt.
De beschermende funktie ven de huid is de oorzaak van het feit, dat coma-patienen geen decubitus krijgen, behalve als de huis zich niet bewegen kan, wat het geval is bij het immobiliseren door gips. De huid kan zich ook niet bewegen, wanneer de patient niet beweegd wordt of wanneer hij te lang in zijn uitwerpselen ligt. Te lang is niet in tijd uit te drukken, omdat het afhankelijk is van de samenstelloing van de uitwerpselen. Hoe vloeibaarder, hoe sneller de huid van de patient zijn beschermende funktie niet meer kan uitoefenen.
De uitwerpselen van de comapatienten zijn vol met chemische substanties, aangezien de darm geen normale funktie heeft, maar in overlevingsmodus is en daardoor een volledig andere funktie dan eten verteren heeft.
In overlevingsmodus is de darm de verbinding tot het mentale lichaam en deze verbinding kan niet funktioneren als de patient voeding krijgt toegedient. Daarom wordt een andere verbinding gevormd om de verbinding met het mentale lichaam te behouden.
Deze alternatieve verbinding wordt door de patient niet gewild, maar hij heeft een verbinding nodig om het mentale lichaam te kunnen gebruiken. Hij heeft het mentale lichaam nodig om kontakt op te kunnen nemen met zijn omgeving om te laten weten, wat hij nodig heeft.
Hij heeft geen voedsel nodig, hij heeft beweging nodig en hij heeft verzorging nodig, die met het hart gegeven wordt. De patient kan alleen mentaal kontakt onemen om zijn wensen duidelijk te maken en daarom moet hij een alternatieve verbinding maken. Iedere patient kiest voor wat anders. Daarom moet gezocht worden, hoe kontakt met de patient gemaakt kan worden.
De lichaamstemperatuur wordt door de toestand van de huid bepaald en kan door bewegen gereguleerd worden. Regulatie van de lichaamstemperatuur word door de patient onbewust gedaan wanneer hij de mogelijkheid tot bewegen heeft en deze bewegingen zijn meestal niet met het oog waarneembaar. Onbewust neemt de patient waar, waar de lichaamstemperatuur regulering nodig heeft en daar beweegt hij zich dan. Deze bewegingen worden door de omgeving zelden waargenomen, omdat ze zeer gering zijn en neit verwacht worden.
Het hart kan in deze toestand van coma geen veranderingen uitvoeren, maar moet steeds maximaal werken omdat zo vele funkties overgenomen moeten woren. Deze andere funkties, die moeten worden overgenomen, moeten genormaliseerd zijn voordat het hart weer tot rust kan komen. De overgenomen funkties kunnen weer normaal uitgevoerd worden, wanneer de patient zich weer bewegen kann, maar tot dat moment blijkt zijn lichaam in overlevevingsmodus en worden fysische gevoelens wel de patient heeft alleen mentaal waargenomen, wat betekent, dat de patient fysieke gevoelens zoalspijn heeft, maar er niet op kan reageren omdat de verbindingen tussen zijn mentale lichaam en astrale lichaam gestoord zijn.
Deze verbindingen van het mentale lichaam moeten door bewegingen weer gemaakt worden en dan zal de patient op emotionaal geladen fysische gevoelens weer reageren. De reakties, die een patient in coma heeft, zijn mentale reakties. Die mentale reakties worden veroorzaakt door de gedachten van de patient en kunnen gevoelens slechts zo uitdrukken, zoals de patient zich bewegen kan, wanneer hij met zijn wil beweegt.
De patient moet met wil bewegen om zijn gevoelens uit te drukken, wat betekent, dat deze uitdruk gebruikt kan worden tot communicatie. Door met de patient te communiceren, kan men antwoord krijgen op de vraag wat hij nodig heeft. Door met het hart te luisteren, worden de juiste vragen gesteld. De juiste vragen kan de patient altijd beantwoorden.
Wanneer de patient een vraag niet beantwoordt, is het antwoord niet JA als men afgesproken heeft, dat zijn antwoord JA betekent. Men kan dat kontroleren, door de tegenvraag te stellen of een vraag waarop het antwoord BEIDE, GEEN, IS EGAAL, of ....... is. Men moet doorvragen tot men JA als antwoord krijgt als men wil weten, wat de patient nodig heeft. Wanneer men de wensen van de patient niet vervullen wil, moet men geen vragen stellen. De patient zal dan proberen om op een andere manier zijn behoeften te laten weten om ze vervuld te krijgen.
De beschermende funktie van de huid wordt bij normale mensen door de toestand van de darm beinvloed. Bij patienten in coma zijn beide systemen zelfstandig funktioneren. Daardoor heeft de toestand van de darm geen invloed op de toestand van de huid. De toestand van de huid werkt door de overlevingsmodus autonoom, waardoor de huid in optima forma blijft, zolang ze bewegen kan. Dat is een van de redenen, dat decubitus bij patienten in coma zelden optreedt. Een andere reden zijn de mentale bewegingen, die de patient uitvoert, als hij merkt, dat ze nodig zijn. Dit is mogelijk, omdat het struktuurlichaam waarin alle strukturen hun oorsprong hebben, intakt is.
De slikfunktie is bij deze patienten aanwezig en wordt door de werking van het hyoid beperkt wanneer het hyoid niet goed kan funktioneren, wat het geval is wanneer een trachea aanwezig is.
Wanneer deze trachea gebruikt wordt om te beademen, wordt het hyoid nog meer beperkt in zijn funktie. Het hyoid trekt de luchtpijp tijdens het slikken dicht en deze voorgang wordt door het beademingspijpje tegen gegaan. De beademingsinstellingen zijn gebaseerd op de ademhaling van gezonde mensen en zijn daarom voor patienten in coma niet geschikt. De patient in coma moet door de beademing zich met zijn adem richten naar waarden, die ingesteld zijn.
Deze waarden zijn altijd gelijk en daardoor dan de patient niet goed uitademen, wat een mens doet als hij zich ontspant. Ook wanneer de mens emotionaal is, verandert zich het ademritme en ook dat laat de beademing niet toe.
Beter gezegd, het apparaat registreet een 'niet gewenste' ademhaling en alles wordt geprobeerd om de ademhaling weer in het apparaten ritme te krijgen. Het beademen van mensen zou alleen in de akute fase moeten gebeuren. Wanneer duidelijk is, dat het hart klopt, moet de beademing gestopt worden, zodat de mens weer zelf kan ademen.
De grootte van de inademing is dus afhankelijk van de grootte van de uitademing. Wanneer beademd wordt, kan door het apparaat de behoefte aan uitademing niet gemeten worden, alleen de weerstand in de inademing wordt ingesteld. Deze weerstand is bij de patient in coma kleiner door de onbeweeglijkheid van het fysieke lichaam, omdat er alleen nog de weerstand van het diafragma is.
De funktie van het diafragma is dan de ribben naar elkaar toe te trekken om de borstruimte te vergroten zodat de longen groter worden. Door de onbeweeglijkheid van de borstruimte zal de ingebrachte lucht het diafragma wegdrukken, wat precies de tegengestelde aktie is als bij de normale inademing.
Door het continue beademen, wordt het voor het diafragma moeilijker om zijn oorspronkelijke funktie te behouden. Daarbij komt nog, dat ademen in vertikale stand makkelijker is dan in liggen omdat dan de borstruimte minder weerstand heeft tegen de zwaartekracht. Wanneer niet beademd wordt, wordt de longen door de pompwerking van het hart dat CO2-rijke bloed toegevoerd en reflektorisch wordt dit CO2 uitgeademd waarna de inademing plaatsvindt.
De uitademing kan door de patient zelf overgenomen worden, wanneer hij weer kan uitademen. Het inademen gebeurt reflextorisch en zal altijd plaatsvinden, zolang het hart klopt.
De ademhaling ontstaat door de afgave van CO2 in de longen. De longen zijn dus als eerste een orgaan met afgeeffunktie. Na het afgeven van CO2 nemen de longen O2 op, dat door de longen in de kleine bloedsomloop afgegeven werd aan het bloed dat O2 nodig heeft door de afgave van CO2. Deze behoefte ontstaat door chemische processen, die O2 nodig hebben om te kunnen plaatsvinden.
Deze chemische processen finden plaats, wanneer de mens zich beweegt en voedsel verwerkt en denkt, dat hij O2 nodig heeft, omdat tijdens deze aktiviteiten CO2 geproduceerd wordt.
Door de productie van CO2, dat giftig is voor het fysieke lichaam, verdwijnt O2 met de ademhaling in de buitenlucht en staat daardoor niet meer voor het fysieke lichaam ter beschikking. Aangezien O2 in gasvorm in de atmosfeer aanwezig is, moet het als gas weer opgenomen worden als die behoefte er is.
De behoefte aan O2 wordt bepaald door de bewegingen, die de mens maakt of gemaakt worden, door hun intensiteit, hun hoeveelheid en hun oorsprong, d.w.z. zelf gemaakt of door krachten van buiten af ontstaan en door de emotionale waarde van de beweging en hoe deze emotionale waarde de mens beinvloedt.
De beweging van de ademhaling ontstaat, wanneer de mens staat of zit, d.w.z. wanneer hij in vertikale houding is, spannt het diafragma zich waardoor de ribben uit elkaar getrokken worden, waardoor het longvolume zich vergroot. Dit is makkelijker dan in liggen, de horizontale houding innemen,
Voor de behandeling van patienten in coma en neurologische patienten en voor de verzorging van patienten in coma worden cursussen gegeven: h p i - Heiltherapie