BE VRIJ DING
5 mei is het weer bevrijdingsdag. Een dag, die in Nederland niet een Nationale feestdag is waarop het normale leven stil ligt en die elk jaar door iedereen gevierd wordt, maar een dag, die de naam Bevrijdingsdag heeft. Velen weten niet, wat het betekent om vrij te zijn.
Mensen weten niet, hoe waardevol het is om je vrij te kunnen uiten en je vrij te kunnen bewegen. Nederland wordt door velen verkozen boven het eigen geboorteland, waar de vrijheid voor iedereen beperkt is.
Dankzij fouten, die de overheid maakt, niet alleen in het uitkeren of terug verlangen van uitkeringen, maar ook door het opnemen van een arrestatiebevel in de computer, veroorzaakt de Nederlandse Staat bij de burger een totaal wantrouwen van de Nederlandse overheidsinstanties.
Een opname van een arrestatiebevel hoort niet aktief te zijn wanneer er tegen de uitspraak van een rechter bezwaar gemaakt is. Wanneer de zoekopdracht niet uit de computer verwijderd wordt na het inkomen van het bezwaar, kan er een levensbepalende rechterlijke dwaling geschieden.
Zo werd een Nederlandse burger, die onschuldig voor het ten lasten gelegde verklaard werd, op de dag van deze uitspraak in een Nederlandse cel opgesloten om de uitspraak vóór het beroep gedaan, tot uitvoering te brengen.
Nederland is een „participatiemaatschappij” geworden, maar de agent, die verzocht werd om het Paleis van Justitie te bellen en te vragen, wat er gebeurd was met het beroep tegen de eerste uitspraak, vond het niet nodig om het Paleis van Justitie te bellen, maar stuurde de burger naar de cel.
De onwil van deze agent, die daardoor niet te horen kreeg dat de burger, die hij in de cel ging stoppen, zojuist vrijgesproken was van schuld voor het veroordeelde, had tot gevolg, dat er weer minstens één burger het vertrouwen in de overheid kwijt raakte en daarmede ook het vermogen om vertrouwen te hebben in de digitale overheidswereld.
GELD heelt geen wonden, ook niet het geld, dat niet uitgekeerd werd voor de drie dagen, die deze burger onschuldig in de Haagsche cel zat, waardoor hij het laatste verjaardagsfeest van een doodziek familielid miste. Alleen de agent, die hetzelfde overkwam tijdens zijn opleiding, zal enigszins kunnen navoelen, hoe de burger zich voelde, toen hij volkomen onschuldig in de cel gestopt werd, met het verschil, dat de agent wist, dat hij er een keer aan moest geloven. Het moment trof voor hem slecht, omdat zijn oom doodziek was en net in die dagen jarig was.
Voor de burger, die op 27 april onschuldig in de cel gestopt werd, is Koningsdag een dag die elk jaar weer het trauma van arrestatie in de herinnering roept en Konninginnedag de dag, waarop het trauma van het gemiste laatste verjaardagsfeest herinnerd wordt.
De vrijheid is sindsdien geen vrijheid meer, want het leven heeft bewezen, dat er slechts één agent nodig is om er voor te zorgen dat je onschuldig in de cel kunt belanden, vooral als er al vele andere ambtenaren zich niet aan de regels gehouden hebben.